Raad van State: “Weigering vergunning Bruine Boon terecht bevonden”
- lucaredecker12
- 29 nov 2024
- 2 minuten om te lezen

De Raad van State heeft recentelijk bevestigd dat de weigering van de horecavergunning voor J4 Finance door burgemeester Henri Lenferink van Leiden in 2020 terecht was. Het bedrijf had in 2019 het café-restaurant De Bruine Boon gekocht voor €350.000, maar de burgemeester twijfelde aan de herkomst van het geld. J4 Finance werd in verband gebracht met belastingontduiking, en de betrokken ondernemer Jan Verbaan had eerder al problemen met de Belastingdienst gehad. Bovendien had J4 Finance onjuiste informatie verstrekt in de aanvraag voor de vergunning, wat leidde tot weigering.
Volgens de Wet Bibob, die de integriteit van ondernemers bij vergunningaanvragen onderzoekt, moet worden vastgesteld of er risico's zijn op ondermijning, oftewel het witwassen van crimineel verkregen geld. In dit geval werden de vergunningen geweigerd vanwege de vermoedelijke criminele oorsprong van het vermogen dat J4 Finance had gebruikt voor de aankoop van het horecabedrijf. Dit werd versterkt door de schikking die J4 Finance met de Belastingdienst had getroffen, waarin het bedrijf een boete van ruim €150.000 moest betalen vanwege belastingfraude.
J4 Finance probeerde ook een schadevergoeding van €500.000 te verkrijgen, aangezien het bedrijf De Bruine Boon twee maanden na de weigering voor €850.000 had verkocht. De burgemeester betoogde echter dat het niet aannemelijk was dat er in deze korte periode daadwerkelijk zoveel schade was geleden. De verkoop van het bedrijf aan de Rebel Horeca Groep had bovendien geleid tot de uiteindelijke toekenning van een vergunning aan de nieuwe eigenaar, wat de schadeclaim verder ondermijnde.
Het besluit van de Raad van State heeft het standpunt van de burgemeester bevestigd, en het bedrijf kreeg geen schadevergoeding. Dit vonnis heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van de Wet Bibob bij vergunningverlening, aangezien het aantoont dat betrokkenheid bij strafbare feiten, zoals belastingfraude, zwaar weegt bij de beoordeling van vergunningaanvragen in de horeca. De beslissing kan als precedent dienen voor vergelijkbare gevallen waar vermoedens van criminele betrokkenheid spelen.
Bron: Raad van State, uitspraak, 20 november 2024.
Comments